Noro uit Luanda

In het begin verstond ik alleen maar algemeen Nederlands. Mensen spreken alleen Mechels en ik verstond ze niet. Het zijn andere woorden en een ander accent. Gelukkig heb ik goede collega’s die mij een beetje hebben geholpen om de taal te begrijpen.

Noro is geboren in 1976 in Luanda, de hoofdstad van Angola. Wanneer hij 22 jaar oud is, gaat hij naar Nederland waar hij een nieuw leven start. Hij noemt zichzelf een avonturier.

In Nederland woont Noro jarenlang in Almere terwijl hij werkt in Eindhoven. Op een bepaald moment krijgt hij de vraag om te werken voor een project tegen de Belgische grens. Omdat de afstand te groot is om elke dag te pendelen, besluit Noro om naar België te verhuizen. Hij komt in 2011 terecht in het toenmalige Neerpelt. Jammer genoeg komt het project vroegtijdig tot een einde. Desondanks besluit hij om in België te blijven wonen. Na drie jaar verlaat Noro Limburg en verhuist hij naar Antwerpen.

De verhuis naar Antwerpen voelt voor Noro aan als therapie. In Neerpelt waren er niet zoveel mensen van buitenlandse herkomst. Antwerpen is daarentegen een diverse stad waar mensen verschillende talen spreken. Noro zelf is een polyglot. Hij spreekt Frans, Engels, Portugees, Nederlands, Lingala en enkele Afrikaanse dialecten. Noro zegt zelf: “Nederlands was de laatste taal die ik geleerd heb. Ik ga geen andere talen meer leren. Het is een hele moeilijke taal”. Noro werkt als gemeenschapswacht in Mechelen. “In het begin verstond ik alleen maar algemeen Nederlands. Mensen spreken alleen Mechels en ik verstond ze niet. Het zijn andere woorden en een ander accent. Gelukkig heb ik goede collega’s die mij een beetje hebben geholpen om de taal te begrijpen.”

Verhuizen naar een nieuw land vergelijkt Noro met gaan samenwonen met een persoon die je niet kent. Je weet niet wie de persoon is en hoe die zich gedraagt. Als je verhuist naar een nieuw land, weet jet niet hoe warm of koud het daar is, hoe de mensen er zijn en of je welkom bent.

Overal waar Noro is, doet hij zijn best om zich thuis te voelen. Hij voelde zich thuis in Nederland en voelt zich nu ook thuis in België. Thuis voelen gaat om een gevoel van veiligheid, een gevoel van kalmte en vrede. De veiligheid om bijvoorbeeld na het werken rustig te douchen, in de zetel te zitten en televisie te kijken. Daarnaast probeert Noro ook heel positief in het leven te staan en te kijken welke lessen je kan leren uit eventuele moeilijkheden die je levenspad kruisen. Noro geeft aan nog een dilemma te hebben dat hij graag vertelt: “Ik spreek Nederlands, maar iedereen zegt dat ik een Hollands accent heb. Als ik in Nederland ben, zeggen mensen dat ik een Belgisch accent heb. Als ik naar Angola ga, dan noemen ze me een Europeaan. Als ik hier in België ben, dan zeggen ze dat ik thuis hoor in Afrika. Dat is een dilemma. We zijn allemaal mensen.”